Terug naar Publicaties

2010 – in Verenigingsblad SIB-Utrecht

Deze publicatie behoeft enige uitleg. Naar aanleiding van een oproep in de SIB-Link, het verenigingsblad van SIB-Utrecht, om gekke dieren in te sturen, vertelde ik over mijn ervaring met de Tibetaanse yak (zie hieronder). Door dat stukje won ik een prijs: een hele pagina in de volgende SIB-Link! Ik besloot om over de Tibet problematiek te schrijven (onderaan deze pagina).

 

Ik heb een gek diertje voor jullie, n.a.v. jullie oproep! Namelijk de yak, in Tibet op de foto genomen. Yaks zijn echt coole diertjes. En weet je wel waarom? Omdat de Tibetanen ze voor alles gebruiken: als vervoermiddel (vooral voor hun spullen); hun mest als brandstof (ligt vaak te drogen op de muurtjes rond hun huizen); hun melk als boter en boterthee (het is even wennen); hun haar als huis (nomadentent) of kleding. En als de yak gestorven is eten ze hem of haar natuurlijk op, hun vlees al dan niet gedroogd om het nog langer te gebruiken. Oja en hun schedel brengt ook nog eens geluk. Daarnaast zijn de yaks zelf heel cool omdat ze gebouwd zijn om op grote hoogte te leven. Ze kunnen niet in lage gebieden overleven en daarom zie je ze alleen in Ladakh (India) en Tibet. Ze hebben ook een heerlijk dik en lang vachtje, wit, bruin of zwart, en ze hebben het daarom nooit koud. Ik ben fan! Ik hoop jullie ook.
In de bijlage wat foto’s: yak met eigenaar,  ik op yak, bijpassende hond bij yak, yak in het wild en bij de nomaden, yak-gewei en schedel bij de kora (ronde om een tempel heen).

 

Hallo SIB’ers,

 

Naar aanleiding van dat kleine stukje dat ik had ingestuurd over Yakjes, heb ik zowaar een pagina voor mij alleen gewonnen in dit mooie blad van onze mooie vereniging. Wat willen jullie lezen? Ik heb eigenlijk geen idee, dus ik ga maar wat proberen… Allereerst ga ik wat verder in op Tibet en Yakjes enzo. Ik heb me een jaar bezig gehouden met het prachtige land Tibet (of is het een provincie?) en misschien kan ik jullie interesse wel wekken! Daarnaast ook nog een stukje promotie voor mezelf (zie onder): kom naar de Familiedag! Die organiseer ik samen met Kirsten en Rob, vandaar 😉

 

Nu dan Tibet. Waarom Tibet? Sinds ik op de middelbare school leerde over de geweldig lange en hoogstaande geschiedenis van het Grote China ben ik in dat land geïnteresseerd. Ik schreef er mijn profielwerkstuk over en was vastbesloten er op korte termijn heen te gaan. Wat trekt mij:

A) een geweldige geschiedenis, een land dat zo ontwikkeld was, en op het punt staat weer te worden! Of beter: dat moment is al aangebroken.

B) een land dat dus ver ontwikkeld is, maar ook een immense keerzijde heeft: mensenrechten, Tibet, Taiwan, en Tiananmensquare moet je daar niet te hard zeggen.

C) het feit dat de rest van de wereld dit gewoon toelaat! “Wij” in het Westen zijn allemaal zo ontwikkeld, andere landen niet, wij weten dat mensenrechten gewoon goed voor je zijn. Maar ingrijpen in China? Nee… straks komt onze economie nog in gevaar…

Tot zover China. In mijn studie heb ik me vooral verdiept in internationale conflicten. Als je die twee interesses mixt, krijg je duidelijk Tibet. Ik had een jaartje over en besloot me hieraan te wijden: het prachtige, onbekende, verre land, waar al zo lang voor gestreden wordt, maar waar wij jonge mensen eigenlijk nog maar weinig van horen. Terwijl er toch heel veel gebeurt, zo heb ik in dit jaar ervaren!

 

Daarom ging ik aan het werk bij de International Campaign for Tibet in Amsterdam. Zij lobbyen vooral bij westerse overheden en de EU en VN. Waarvoor dan, zeker de onafhankelijkheid? Hoor ik je denken. Sowieso streven ze allang niet meer naar onafhankelijkheid, nadat de Dalai Lama dit punt had laten varen. Ware autonomie is nu het credo. Daar wordt inderdaad voor gestreden (natuurlijk alles op een vredevolle manier, zoals dat in het Boeddhisme verankerd ligt; de enkele uitbarstingen uit totale frustratie daargelaten). Maar daarnaast zijn er talloze mensen die dagelijks het slachtoffer zijn van de Chinese Communistische Partij: schrijvers die over Tibet of de Dalai Lama schrijven; zangers die een iets te gevoelig liedje produceren; milieuactivisten die aantonen dat China heel Tibet aan het verwoesten is, en dat dit radicale gevolgen heeft voor het klimaat overal ter wereld; mensen die in opstand komen tegen onrecht. Welk onrecht? Vrouwen die verplicht abortus moeten ondergaan; mensen die tegen het gebruik van geweld door politie ingaan; mensen die hun religie willen beoefenen; die hun eigen taal willen leren op school, en ga zo maar door. Er is zeker resultaat geboekt door dit soort organisaties: feiten en dus kennis over de situatie in Tibet, verlaging van gevangenisstraffen van politiek gevangenen, en veel steun van politici waardoor Tibet niet van de politieke agenda verdwijnt. Helaas is er nog veel werk te verrichten, en ik ben er na mijn werk van overtuigd dat dat in handen van politici ligt.

 

Na een half jaar werken vertrok ik naar Dharamsala, “Little Lhasa”, in India. Hier liep ik stage bij de Tibetan Women’s Association: een goed doel dat alle Tibetanen steunt maar vrouwen in het bijzonder. Hier leerde ik de fascinerende Tibetaanse cultuur pas echt kennen.  Schitterende tempels, oprecht ontzettend lieve mensen, biddende monniken en nonnen, momo’s, Tibetaanse opera met prachtige kostuums, en de Dalai Lama. De Dalai Lama is echt de vader van het Tibetaanse volk en zoals ik al eerder zei wordt zijn mening bijna altijd opgevolgd. Toen hij enkele jaren geleden zei dat bont verboden moest worden, verbrandden de Tibetanen massaal hun bont op straat. Hij heeft ongekend veel aanzien, hij verdient zeker de titel ‘His Holiness’ die door iedereen wordt gebruikt.

Voor de Tibetan Women’s Association heb ik meegewerkt aan een fotoboek met foto’s en (door mij best wel veel) teksten over de geschiedenis van Tibetaanse vrouwen, zowel in Tibet als in ballingschap. Hiervoor heb ik lekker gesnuffeld in de bibliotheken daar, en enkele bijzondere plekken bezocht en daar mensen geïnterviewd. Zoals vluchtelingen, waaronder een meisje van 13.

Toch is mijn beeld wel wat verandert door Dharamsala. Hoewel ik zeer achter de Tibetaanse zaak sta, denk ik dat de bal echt bij de politiek ligt. De economische situatie van de vluchtelingen in India is best redelijk; zeker in verhouding tot de lokale Indiase bevolking. Zij hebben het vaak armer, en zijn bijvoorbeeld als dienstjongetje aan het werk bij Tibetanen (dat zijn wel uitzonderingen). De Tibetanen hebben hun eigen schoolsysteem, geld voor (religieuze) opleidingen, ziekenhuizen, en niet te vergeten talloze NGOs die opkomen voor de armen. Op het eerste gezicht lijkt deze situatie dus zo slecht nog niet. Maar, bovengenoemde situaties in Tibet zijn wel vreselijk. Op een of andere manier moet er een oplossing komen: tot op zekere hoogte zelfbestuur van Tibet, zonder dat China bij deze erkenning gezichtsverlies oploopt. Zonder dit laatste zou China er namelijk nooit mee instemmen.

Ik blijf het volgen!

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.